Al improviserend kwam ik gisteren tot dit geweldig lekkere gerecht. Ik probeer nog steeds biologische (of anderzijds ”bewuste”) garnalen te achterhalen, dus tips zijn welkom!
Thaise garnalen met boontjes, knapperige gember en kokos-noodles
Nodig:
handjevol ongepelde, rauwe garnalen
een stuk gember van 5 cm
300 gram biologische sperzieboontjes
1 lenteuitje
4 teentjes knoflook
5 eetlepels arachide- (of olijf-) olie
2 eetlepels thaise vissaus
sojasaus (naar smaak)
1 tl sambal
noodles of Chinese eiermie
1 blikje fairtrade kokosmelk
Zet een pannetje met water op het vuur. Haal de puntjes van de boontjes en snijd ze doormidden. Kook ze ongeveer 2 minuten en zet de boontjes dan weg in een vergiet.
Schil de gember en snijd deze in flinterdunne plakjes. Zet een wok op het vuur en verhit hem voor, voordat de olie er in doet. Doe de gember in de pan als de olie goed heet is en laat ongeveer 1 minuut staan, totdat de gember knapperig is. Schep de gember uit de pan en zet opzij. Laat de olie in de pan zitten.
Snipper de knoflook en het uitje. Besprenkel de garnalen met sojasaus. Laat de kokosmelk in een pannetje koken en doe de noodles of eiermie erbij. Laat ze koken totdat ze gaar zijn, giet ze af in een vergiet maar zet er een schaaltje onder om de kokosmelk op te vangen. Laat de noodles even schrikken onder koud water zodat ze niet doorgaren.
Verhit de olie nogmaals in de wok totdat deze goed heet is. Voeg de knoflook en uitje toe en wok ze 1 minuut. Voeg nu de boontjes toe en na een minuutje de vissaus, sambal en ruim sojasaus. Voeg de garnalen toe en wok deze totdat ze een beetje roze beginnen te kleuren (dat duurt een minuut of drie). Voeg dan de noodles toe en giet twee pollepels kokosmelk in de pan. Laat nog ongeveer drie minuten koken en serveer het gerecht dan met de knapperige gember.