De fastfood-afhaal- (of bezorg-) pizza is met zijn overdaad aan verzadigde vetten natuurlijk totaal niet biolicious. De zelfgemaakte ””””slowfood”””” pizza heeft bijna niets te maken met zijn ””””snelle”””” broertje. Je maakt een gezond deeg, gebruikt verse ingrediënten, streekproducten en groenten van het seizoen. Er is maar een authentieke pizza, deze komt uit Napels en is rood (van de tomaten); de spirituele kleur van de stad. De fastfood versie komt, niet geheel verwonderlijk, uit de Verenigde Staten. De pizza is van oorsprong ””””armeluiskost””””, maar de versie in een kartonnen doos die druipt van het vet is mijlenver verwijderd van de originele staat van de pizza.

Een pizza helemaal zelf maken kost minder tijd dan je zou denken. Het enige dat nodig is, is dat je de middag of de avond ervoor even bedenkt dat je pizza wil eten, zodat het deeg lang genoeg kan rijzen.

Het deeg:

– een half zakje instantgist (of 12 g verse)

– 1,25 dl lauwwarm water

– 200 g biologisch tarwebloem

-1 tl zout

– 1 polenta (maismeel, te koop bij de natuurwinkel)

Maak eerst het deeg. Doe de bloem met het zout in een kom, maak een kuiltje en giet hier de gist en het water in. Kneed met gebloemde handen het geheel in 10 minuten door elkaar. Maak er een bal van en laat deze in de kom, afgedekt met een vochtige theedoek, zo””””n twee uur rijzen. Kneed daarna de bal door even door en rol hem uit met een deegroller. Bestrooi de datgene waar je de pizza op wilt bakken met polenta, hierdoor bakt de pizza niet aan.

De pizza:

De basis van deze pizza is een tomatensaus. Gebruik gepelde tomaten uit blik als er vanwege het seizoen enkel geïmporteerde tomaten verkrijgbaar zijn. Kies de ingrediënten aan de hand van wat er te krijgen is op de markt (of wat je nog hebt liggen).

– 1 blik gepelde tomaten of 200 gram tomaten

– 3 teentjes knoflook

– bosje oregano

– 1 glaasje rode wijn

– 1 rood pepertje

– peper en zeezout

– 2 aubergines

– 1 bol mozzarella

– handjevol cherrytomaatjes

– bosje verse basilicum

– 100 gram Parmezaanse kaas

– 2 eetl. olijfolie

Verwarm de oven voor op 275 graden.

Bij gebruik van verse tomaten moeten deze eerst gepeld worden. Zet een pannetje met water op. Snijd de tomaten twee keer in op de kruin, dompel ze een paar minuten in het kokende water, laat ze afkoelen en trek de velletjes er af.

Snipper de knoflook, verwarm de olijfolie in een middelgrote pan en fruit de knoflook met een paar stukjes tomaat (tegen verkleuring en verandering van de smaak). Voeg het pepertje toe, en na enkele minuten de wijn. Voeg dan de kleingesneden tomaten en oregano toe en laat de saus minimaal 15 minuten inkoken en breng op smaak met zout en peper.

Snijd de aubergines in plakken, bestrooi ze met zeezout en laat ze enkele minuten uitlekken in een vergiet. Verhit een grillpan en grill de aubergineplakken aan weerszijden.

Als de saus klaar is, bedek je de bodem van de pizza ermee. Daarna leg je de aubergines er op. Snijd de cherrytomaatjes doormidden, druk het grootste deel van het vocht er uit en verdeel ze over de pizza. Snijd de mozzarella in kleine stukken die je eveneens over de pizza verdeelt, om te eindigen met de parmezaanse kaas. Bak de pizza in ongeveer 15 minuten gaar (dit is afhankelijk van de dikte van je deeg) en bestrooi hem met de verse basilicum. Drink er de rest van de fles rode wijn bij.

Inspiratie: Nikko Amandonico

Ik hou van risotto, ik hou van geitenkaas en na enige terughoudendheid begin ik bietjes ook te waarderen.. Deze combinatie maakt de bietjes delicious en is ook nog eens een perfect lente recept!

Ingredienten:
1.2 l. groentenbouillon
350gr gekookte rode bieten in blokjes (zelfs gekookt en in blokjes verkrijgbaar in de supermarkt)
1 rode ui
2 teentjes knoflook
2 eetlepels gehakte tijm
300 gr risottorijst
1.25 dl rode wijn
100 gr zachte geitenkaas in blokjes
100 gr pecannoten, grof gehakt

Bereiding:
Breng de bouillon samen met het vocht van de bietjes aan de kook. Fruit de ui samen met de knoflook, tijm, wat zout en peper gedurende 10 minuten op zacht vuur zodat de uien zacht maar nog niet bruin zijn. Bak de rijst 1 minuut al roerende mee tot de korrels glazig zijn. Roer de wijn erdoor en breng het mengsel aan de kook. Laat 1-2 minuten meekoken tot de wijn is opgenomen door de rijst en voeg de bieten toe. Schenk ongeveer 1,5 dl bouillon bij de rijst en blijf roeren op middelhoog vuur tot de bouillon is opgenomen. Voeg daarna steeds scheutjes bouillon toe tot alles is opgenomen en de rijst lekker smeuïg en nog een heel klein beetje al dente is. Dit duurt in totaal ongeveer 20 minuten. Haal de pan van het vuur, roer de geitenkaas en pecannoten erdoor en laat de pan 2-3 minuten afgedakt staan.

Lekker om te serveren met rucolla-salade! Als je niet van geitenkaas houdt kun je deze vervangen voor 150gr mascarpone (ipv pecannoten zijn geroosterde pijnboompitjes dan ook lekker)

Give a man a fish and you feed him for a day. Teach a man to fish and you feed him for a lifetime.

Een mooi oud Chinees gezegde.. Helaas heeft de man geleerd hoe hij zo snel en efficiënt vis kan vangen dat vele vissoorten overbevist raken. Dit betekent dat er meer vis wordt gevangen dan er door natuurlijke aanwas bijkomt. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen drie vormen van overbevissing. Ten eerste is er groeioverbevissing waarbij de vissen worden gevangen voordat ze het optimale gewicht en grootte hebben bereikt. Ten tweede is er de rekrutenoverbevissing waarbij er teveel vissen worden gevangen die nog niet aan voortplanten zijn toegekomen. Tot slot is er de uitputtingssituatie waarbij het visbestand helemaal instort als gevolg van de twee eerder genoemde redenen. Gelukkig is het niet zo dat helemaal niet ecologisch verantwoord is om vis te eten, alleen maakt het bijvoorbeeld nogal uit waar de vis gevangen is. De viswijzer biedt hulp bij het maken van een ecologische keuze. Zoals je hierin terugziet is kabeljauw een prima keuze als hij gevangen is in de Barentszee. Dus bij deze een lekker recept met kabeljauw.

Kabeljauw met Kaas-Kruidenkorst op een bedje van lauwe salade

Ingrediënten (voor 4 personen)

2 sneetjes brood zonder korst

1 bosje peterselie

55 gram geraspte parmezaanse kaas

15 gram gesmolten roomboter

4 kabeljauwfilets

4 tomaten in vieren

halve rode ui gesnipperd

2 tenen knoflook (geperst)

225 gram gedroogde tomaten

4 el olijfolie

3 takjes verse tijm

Bereiding

De oven voorverwarmen op 200 graden. Verkruimel het brood in de keukenmachine. Meng peterselie, parmezaanse kaas en de gesmolten boter erdoor en breng op smaak met zout en peper. Bestrooi ook de filets en verdeel het kruidenmengsel erover.

Bak de kabeljauw in 8-10 minuten gaar in de oven. Voor de warme salade, alle ingrediënten in een wok mengen en kort verwarmen zodat alles nog lekker knapperig is. Draai dan het vuur helemaal uit.
Verdeel de salade over de borden en leg daarop een stuk kabeljauw, evt. kun je de borden nog garneren met verse basilicum.

Nu de dagen toch echt korter en kouder beginnen te worden is dit het ultieme herfstige comfort food. De warme smaak van kastanjes komt helemaal tot zijn recht met de paddestoelen, gestoofd in rode wijn met tijm en een kaneelstokje. Helemaal biolicious: een verukkelijk diner met streekgroenten van het seizoen.

Het recept voor kastanjepuree kreeg ik van een boer uit Brabant (evenals de kastanjes en knolselderij die er in hoort), maar ik heb wat minder slagroom en meer wijn gebruikt dan in het originele recept de bedoeling was. Zoek tamme kastanjes in het bos of maak vrienden met iemand met een kastanjeboom in de tuin.

De ragout is ook heerlijk bij een pasta.

Kastanjepuree met herfstige paddestoelenragout

Nodig:

Voor de puree:

Kastanjes (zo ongeveer 600-800 gram)

2 knolselderijen

slagroom en witte wijn (zoveel dat de kastanjes en selderij onder staat en dan 2 delen slagroom met 1 deel witte wijn).

peper en zout

Voor de ragout:

olijfolie

een flinke hoeveelheid paddenstoelen

3 tenen knoflook

2 dl rode wijn

2 dl groentenbouillon

1 kaneelstokje

3 takjes tijm

peper en zout

Pof de kastanjes in een grote stevige pan op hoog vuur totdat ze open springen. Hierna zijn ze gemakkelijk te pellen. Snijd ze klein en doe ze in een grote pan, samen met de geschilde en kleingesneden knolselderij. Voeg zoveel slagroom en witte wijn toe totdat alles onder staat en laat koken totdat de selderij zacht is. Pureer het geheel en breng op smaak met peper en zout.

Snipper voor de ragout de knoflook en zet een zware steelpan op het vuur. Laat olijfolie warm worden en fruit de knoflook een minuutje. Snijd de paddestoelen grof, maak ze schoon en voeg toe aan de knoflook. Voeg dan de wijn, bouillon, tijm en kaneelstokje toe en laat de ragout in ongeveer 35 minuten dikker worden. Serveer de ragout met de kastanjepuree.

Tuinkers is  een kruid en vooral lekker in salades en soepen of als beleg. Het heeft een pittige en mosterdachtige smaak en groeit vanaf maart tot in het najaar buiten. Tuinkers kun je zelf ook makkelijk kweken op alles wat vocht vasthoudt (bijvoorbeeld op een stukje keukenrol).

Bij gnocchi met gorgonzola uit de oven is een salade van tuinkers erg verfrissend. Het geeft het gerecht een frisse smaak dat past bij de Lente. Ik kies voor gorgonzola, maar een andere pittige kaas is ook erg lekker!

Gegratineerde gnocchi met gorgonzola en een tuinkerssalade

400 gram gnocchi

2 eetlepels crème fraîche
75 gram kaas (bijvoorbeeld Roquefort of gorgonzola)

4 lente uitjes (in kleine ringen tot de helft van het groene steeltje)

Parmezaanse kaas

85 tuinkers (of een biologisch bakje van de Albert Heijn)

150 ml balsamicoazijn

klein gehakte knoflook teen

zout en peper

1x grote vierkante ovenschaal

Breng een ruime pan water aan de kook en kook de gnocchi 4 minuten en zet ondertussen de oven aan op de grillstand. Verwarm de crème fraîche en de gorgonzola in een steelpannetje tot het een sausje wordt en voeg wat peper toe.

Giet de gnocchi af en gooi ze terug in de pan en roer de saus er doorheen. Giet het mengsel in de grote ovenschaal. Gooi de helft van de lente uitjes er overheen en daarna geschaafde Parmezaanse kaas. Zet de schaal onder de grill voor 7 minuten tot de top krokant wordt. Doe ondertussen een de rucola, tuinkers en de andere helft van de lente-uitjes in een schaal en giet de dressing erbij. Serveer de salade van tuinkers, rucola en olijf olie en knoflook met de gegratineerde gnocchi.

Als je last van hebt hooikoorts kun je op ''natuurlijke wijze'' de klachten  verzachten. Ik las in een Brits onderzoek dat rode groenten en fruit zoals rode bieten, druiven en kersen de klachten van hooikoorts verzachten. Dit komt door het bestanddeel anthocyanine dat ook in hooikoortsmedicatie wordt toegevoegd. De laatste twee zijn in april in Nederland niet te verkrijgen, maar rode bieten daarentegen weer wel.
In de laatste Elle eten las ik het klassieke recept: rode bieten met gegratineerde geitenkaas. Zelf voegde ik er nog een uitje en citroensap aan toe om het gerecht iets frisser te maken.

Gegratineerde geitenkaas met rode bietjes, honing, tijm en citroen voor twee personen

Nodig
1 losgeklopt ei
100 gram broodkruimel
1 zachte geitenkaas met korst
1 el olijfolie
4 kleine bietjes (gekookt)
2 gehakte bosuitjes
1 heel fijn gehakt rood uitje
1 sneetje brood
Paar blaadjes sla
Dressing
1 el balsamico azijn
1 eetlepel honing
2 el olijfolie
Verwarm de oven op 220 graden Celsius. Snij intussen de gekookte bietjes in plakken en doe ze in een kom samen met het rode uitje. Maak de dressing met de blaadjes van de tijm, de olijfolie en balsamico azijn en meng het door de bietjes en ui.
Doe het losgekloptje ei in een kom en doop de geitenkaas in het ei. Leg de kaas op het sneetje brood en sprenkel de broodkruimels over de geitenkaas. Schenk de honing over de kaas. Grill de kaas en het brood 10 minuten in de oven.
Maak de borden op met sla en daar bovenop de bieten. Haal de kaas uit de oven en verdeel de krokante kaas met broodkruimels over de borden.

In Parijs werd deze week bekend dat de Amerikaanse hamburger zijn intrede heeft gedaan in de culinaire wereld. Gelukkig ziet Parijs alleen de biologische burgers als culinair hoogstandje en daar horen natuurlijk ook vegetarische burgers bij.
Biolicious is ook gek op burgers en dan met name op biolicious’ burgers uit het seizoen. In april zijn er veel rode bieten te verkrijgen en daar kun je burgers van maken.

Rode bietenburgers voor twee personen
Nodig

150 g rode bieten
1 klein kopje gekookte kikkererwten
1 teen gesneden knoflook
3 eieren
1 sjalotje, heel fijn gehakt
4 eetlepels fijngehakte dille
2 el fijngesneden tijm
2 el fijngehakte peterselie
peper en zout
Olie om in te bakken

Kook de bieten beetgaar, verwijder de schil en rasp ze grof. Fruit ui en knoflook in olie. Pureer de kikkererwten tot een smeuïge massa. Meng in een kom de afgekoelde rode bieten met overige kikkererwten en de rest van de ingrediënten. Draai er bol/platte koeken van zodat ze lijken op burgers. Bak de burgers aan beide kanten in olie. Zet ze nog voor 20 minuten in de over op 180C. Serveer de burgers bij een salade en brood.

Een typisch gerecht dat je kunt maken als de vorige dag teveel polenta hebt gemaakt. Polenta stijft op als het afkoelt waardoor het gemakkelijk in plakjes en blokjes gesneden kan worden. De raapstelen geven het gerecht een fris-pittige smaak en kunnen eigenlijk gebruikt worden om zowat iedere vegetarische pasta af te maken.

Polenta uit de oven met raapstelen

Nodig:

200-300 gram opgestijfde polenta. Bekijk het recept voor polenta hier.

2 blikken gepelde tomaten

3 tenen knoflook, gesnipperd

peper en zout

bosje verse basilicum

olijfolie

2 bosjes raapstelen, gewassen en kleingesneden

100 gram parmezaanse kaas

1 bol mozzarella

Verwarm de oven voor op 200 graden. Snijd de polenta in grove stukjes. Verwarm wat olijfolie in een koekenpan, fruit de knoflook een minuutje en voeg dan de tomaten en ruim peper en zout toe. Laat de tomatensaus wat inkoken en roer er dan de basilicumblaadjes doorheen. Vet een ovenschaal in, leg de stukjes polenta op de bodem en giet de saus erover. Snijd de mozzerella in stukjes, verdeel deze over de schaal en strooi de parmezaanse kaas erover. Zet de schaal 30 minuten in de oven en dien het op met de rauwe raapsteeltjes.

Al improviserend kwam ik gisteren tot dit geweldig lekkere gerecht. Ik probeer nog steeds biologische (of anderzijds ”bewuste”) garnalen te achterhalen, dus tips zijn welkom!

Thaise garnalen met boontjes, knapperige gember en kokos-noodles

Nodig:
handjevol ongepelde, rauwe garnalen
een stuk gember van 5 cm
300 gram biologische sperzieboontjes
1 lenteuitje
4 teentjes knoflook
5 eetlepels arachide- (of olijf-) olie
2 eetlepels thaise vissaus
sojasaus (naar smaak)
1 tl sambal
noodles of Chinese eiermie
1 blikje fairtrade kokosmelk

Zet een pannetje met water op het vuur. Haal de puntjes van de boontjes en snijd ze doormidden. Kook ze ongeveer 2 minuten en zet de boontjes dan weg in een vergiet.
Schil de gember en snijd deze in flinterdunne plakjes. Zet een wok op het vuur en verhit hem voor, voordat de olie er in doet. Doe de gember in de pan als de olie goed heet is en laat ongeveer 1 minuut staan, totdat de gember knapperig is. Schep de gember uit de pan en zet opzij. Laat de olie in de pan zitten.

Snipper de knoflook en het uitje. Besprenkel de garnalen met sojasaus. Laat de kokosmelk in een pannetje koken en doe de noodles of eiermie erbij. Laat ze koken totdat ze gaar zijn, giet ze af in een vergiet maar zet er een schaaltje onder om de kokosmelk op te vangen. Laat de noodles even schrikken onder koud water zodat ze niet doorgaren.

Verhit de olie nogmaals in de wok totdat deze goed heet is. Voeg de knoflook en uitje toe en wok ze 1 minuut. Voeg nu de boontjes toe en na een minuutje de vissaus, sambal en ruim sojasaus. Voeg de garnalen toe en wok deze totdat ze een beetje roze beginnen te kleuren (dat duurt een minuut of drie). Voeg dan de noodles toe en giet twee pollepels kokosmelk in de pan. Laat nog ongeveer drie minuten koken en serveer het gerecht dan met de knapperige gember.