Een heerlijk luchtige manier om groenten die je nog in de koelkast hebt liggen te verwerken: een soufflé. Deze keer heb ik dus courgette gemaakt maar het is ook erg lekker met bloemkool of pompoen in de herfst en tomaat of aubergine in de zomer.

Groentensoufflé

Wat heb je nodig?

1 of 2 courgette’s (of andere groenten die je over hebt)

3 dl melk

1 ui (gepeld en door midden gesneden)

1 laurierblad

40g boter

25g tarwe of volkoren bloem

3 eieren (gesplitst)

geschaafde kaas

Verhit de melk met de ui en laurierblad tot net onder het kookpunt. Laat het daarna van het vuur af 20 minuten staan.

Stoof de courgette (of andere groente) in 10 minuten gaar in een stoofmandje, of kook ze in water bij gebrek daar aan (maar dat gaat ten koste van de smaak). Verwarm de oven voor op 200 graden.

Smelt de boter in een pannetje, roer het meel erdoor en laat het op laag voor 2 minuten bakken (zorg dat het niet aanbrandt!). Giet de melk af en voeg deze toe aan het boter/meelmengsel. Haal het na enkele minuten van het vuur en meng het eigeel erdoorheen en daarna de groenten en kaas.

Klop het eiwit stijf. Hierbij is het van belang dat je een brandschone kom gebruikt en de eieren goed hebt gesplitst. Schep het eiwit daarna lepel voor lepel door het mengsel en schep het daarna in een ingevette soufflévorm. Laat het ongeveer een half uur bakken totdat het midden van de soufflé stevig is.